Paros, witte huizen en blauwe stranden
door Miriam · 18 oktober 2016
Dit jaar eindelijk naar Paros. Kostas en Dafni nodigen ons al drie jaar op rij uit op 'hun' eiland, maar elke keer komt er iets tussen. Juni 2016 is het zover. Na twee hete dagen in Athene gaan we aan boord van de ferry die ons in 4 uurtjes naar Paros brengt. Na de hitte in de hoofdstad is het winderige eiland een welkome verademing. We hoeven nergens over na te denken, onze locals kennen het eiland op hun duimpje en we laten ons lekker meevoeren naar de mooiste stranden en de beste eetgelegenheden.
Op Paros wonen ruim 14.000 vaste bewoners. Veel Grieken hebben hier een vakantiehuis. Die huizen zijn allemaal wit, dat is de regel. Het landschap is nogal dor, er is weinig groen. Maar het water dat het eiland omringt zorgt voor schitterende kleurschakeringen.
Heerlijk eten in Aliki
Het witte huis van Dafni's ouders staat in de heuvels boven Aliki. Een paar kilometer ervandaan ligt het vliegveld van Paros, we zien de vliegtuigen opstijgen en landen. In veertig minuten vlieg je naar Athene, maar een tocht met de ferry is stukken goedkoper. Aliki heeft niet echt attracties, vroeger werd er zout gewonnen. Uiteraard is er een vissershaventje, een strand en een boulevard vol barretjes en restaurants, waar we (bijna) elke avond eten. Met de auto zijn we in tien minuutjes beneden. In het kleine haventje liggen vissersbootjes te rusten, de inktvis hangt te drogen aan de waslijn. Het is gemoedelijk en rustig. Fijn dat het nog geen hoogseizoen is.
De eerste avond zitten we bij Manolis aan een tafeltje op het strand. Het vakantiegevoel staat meteen aan. We genieten van de zonsondergang en de Griekse keuken. We laten de tafel volzetten met allerlei gerechten waar iedereen van kan nemen. Op die manier hoef ik niet te kiezen, en daar houd ik van. Ik laat me leiden door de Grieken. We eten Griekse salade, ntakos (een soort Griekse bruschetta), fava (puree van gele spliterwten) en gefrituurde groenten, calamari en patatjes. En souvlaki. Veel souvlaki. Ik schep netjes m'n portie op m'n bord, maar Kostas vertelt dat de Grieken vaak gewoon van de schaal eten. Dat kan ik wel waarderen. Ik prik een stuk tomaat of feta aan m'n vork en steek die rechtstreeks in m'n mond. Een andere avond zitten we bij To balkoni tou Aki, Aki's terras op het water, waar we met Griekse vrienden van Kostas en Dafni aan een lange tafel plaatsnemen. Ik versta geen woord van het Grieks, maar dat maakt me niet uit.
Drie prachtige stranden
Behalve lekker eten willen we tijdens deze korte vakantie vooral naar het strand. In het water spelen met de kinderen, een beetje uitrusten, een kleurtje krijgen. Er is keus genoeg. Dinsdag zijn we de allereersten op Faragas beach en we kiezen de beste ligstoelen uit: dicht bij de beach bar, niet te ver van het water, lekker in de schaduw. Het is al vroeg warm, eerst maar eens een ijskoude cappuccino. De kustlijn is rotsig en het uitzicht adembenemend. Het duurt niet lang of het strand loopt vol.
Woensdag kiezen we voor het grote zandstrand van Parasporos, maar er zijn golven. Er staat veel wind en ons tochtje in de motorboot valt in het spreekwoordelijke water. We hangen wat rond bij de bar en spelen een potje tafelvoetbal. 'Your eyes are like the sea!' Een charmante viriele Griek die mij zwoel in de ogen kijkt? Nee, hoor. De kleine, slanke Griekse serveerster van de Parasporos beach bar die mijn Matteo liefdevol aankijkt. Ze zijn hier gek op kinderen en mijn blonde Matteo met zijn blauwe ogen als de zee krijgt aandacht genoeg.
Donderdag zijn we op het strand waar Kostas en Dafni zijn getrouwd, Monastiri beach, een feestje dat wij helaas hebben gemist omdat we diezelfde dag een bruiloft in Italië hadden. Ik baal er nog steeds van, helemaal nu ik zie hoe mooi het hier is. Het water is spiegelglad. Een motorboot trekt een waterskiër over het water. Ik krijg zin om te wakeboarden. Helaas, ik ben zwanger. Om toch een beetje van de watersportfaciliteiten hier te genieten huren we een waterfiets en trappen op ons gemak wat rondjes door de baai. Als de zon wat is gezakt klimmen we de heuvel op naar het blauwwitte kerkje waar de ceremonie plaatsvond. Je hebt er een prachtig uitzicht op Naoussa, een stadje dat we deze keer niet bezoeken, we komen toch nog wel eens terug.
Een ijsje in Parikia
In Parikia, de hoofstad, ga je van de ferry aan land. Het is een drukke, toeristische plek met vertier voor iedereen. We blijven niet hangen, maar gaan er later in de week een keer een ijsje eten. Vroeg op de avond is het gezellig druk in de ambachtelijke winkeltjes, knusse straatjes en religieuze gebouwtjes. We nemen een kijkje bij de oude Byzantijnse Katapolianíkerk, de oudste kerk van Griekenland die nog in gebruik is sinds haar stichting (zegt Wikipedia), en maken zo'n zomers avondwandeling die je de tijd doet vergeten. We halen een megagroot ijsje bij Vanilla Gelateria, volgens Kostas de beste ijssalon van Parikia, waar de versgebakken hoorntjes een toepasselijke vanillegeur verspreiden. De kinderen gaan (op z'n Grieks) laat naar bed, maar ach, we hebben vakantie.
Antiparos en de Cycladen
Als je genoeg tijd hebt kun je rond Paros, een van de Griekse cycladen, heerlijk eilandhoppen. Er zijn wel 56 eilanden in de archipel: Mykonos, Naxos, Syros. Voorlopig zijn we hier nog niet uitgekeken. Wij maken namelijk alleen een uitstapje naar Antiparos, dat maar een kilometer verderop ligt. Vanuit Pounta, dé plek om te kitesurfen, nemen we aan het eind van de middag een ferry. Overal witte gebouwen met paarse bloemetjes en blauwe deuren en luiken. Hier krijg ik het ultieme Griekenland-gevoel. De zon lijkt al minder fel te branden, maar het wit van de huizen weerkaatst genadeloos de zonnestralen terug en we verbranden allemaal alsnog. Maar ook dat hoort bij een zonvakantie.