Relais San Rocco, mijn kleine paradijs
door Miriam · 29 augustus 2019
Als ik in Liguria ben, slaap ik meestal bij mijn schoonouders in Genua. Maar deze keer had ik een overnachting in Relais San Rocco, op een heuvel met uitzicht op Sestri Levante. En ik kan je alvast verklappen: dit is een van de allerfijnste pleisterplaatsen die tot nu toe heb gezien. Alles was fijn aan dit hotel. Nou ja, bijna alles dan.
Oké, ik schreef dan wel een boek over Liguria, maar dat betekent niet dat ik alles al heb gezien. Dus elke keer als ik er weer ben probeer ik iets nieuws te ontdekken. Deze keer was ik alleen, want ik liet de kinderen bij hun nonni en Andrea kwam een paar dagen later naar Italië. Ik zocht een plek waar ik met de trein naartoe kon, waar ik tot rust kon komen en waar ik me ook een beetje kon focussen op werk.
Rondje Sestri Levante
In Sestri Levante was ik al eens geweest in de winter. Toen was het aanzienlijk rustiger. De belangrijkste winkelstraat Via XXV Aprile is nu druk bevolkt en ook de Baia del Silenzio - de baai van de stilte - doet zijn naam geen eer aan. Het is dan ook hartje zomer en heel Italië is in augustus nu eenmaal aan zee. Eerst haal ik een Genuees ontbijtje (cappuccino met focaccia) bij La bottega del caffè, een typisch Italiaanse koffiebar met terras aan de hoofdstraat en een heerlijk rustige binnenplaats aan de achterkant. Daarna struin ik wat rond en werk ik een paar uurtjes bij Bermuda Bar. Mijn lunch haal ik bij Focaccia d'Autore, een ware focaccia-hemel. Ik ben nu eenmaal gek op pizza en focaccia.
Relais San Rocco
Maar het is warm, het zwembad lokt, ik heb zin in verkoeling. Dus op naar San Rocco. Ik kan vanaf 14 uur inchecken. Het hotel zag er op internet zo tof uit dat ik meteen boekte, ik keek niet eens hoe je er kon komen. Te voet vanuit Sestri Levante is geen optie, 75 minuten lopen zegt Google Maps. Er gaat wel een bus, maar dan moet je alsnog de laatste 15 minuten met gevaar voor eigen leven omhoog over de bochtige SS1 zonder stoep. Gelukkig kun je altijd nog met de taxi. Dat dan maar doen. Mijn taxichauffeur klaagt over de warmte en de vochtigheid. Ik vertel hem dat ik uit Nederland kom, waar het altijd vochtig is. Hij vertelt me dat hij eens een Nederlander naar San Rocco reed die moest overgeven van al die bochten in de weg. Als we aankomen wenst hij me 'buon relax' toe. Mijn oren zitten dicht door het hoogteverschil, maar het belooft allemaal veel goeds:
Het hotel heeft een zwembad, twee ietwat beschimmelde jacuzzi's, een fitnesszaal (waar ik geen gebruik van maakte, ik kwam immers voor mijn rust) en een restaurant. Ik heb een fijne kamer met terras op de begane grond. Het kamermeisje geeft me een grote extra handdoek en ik neem meteen duik in het zwembad. De rest van de middag verloopt ongeveer zo: boek lezen onder de parasol, zwemmen, slaapje, zwemmen, werken, zwemmen, werken met een glaasje Aperol Spritz en een bakje chips, zwemmen, douchen en nog een klein beetje werken.
Heerlijk avondje
Omdat ik geen zin heb om met de taxi naar beneden te gaan, besluit ik 's avonds in het hotel te eten. Moederziel alleen - er zijn wel andere gasten, maar die eten op een ander tijdstip of in een ander restaurant - bestel ik een bord trofie al pesto (ik ben immers in Liguria) en een glas rode wijn. De ondergaande zon is een levend schilderij dat steeds van kleur verandert. Ik mis alleen iemand (lees: Andrea of Mara) om dit moois mee te delen, maar alleen is ook niet erg. Als mijn bord leeg is, maar mijn glas nog lang niet, neem ik het wijntje mee naar mijn kamer waar ik een Italiaanse film (Lo spietato, met mijn favoriete acteur Riccardo Scamarcio) kijk op Netflix. Het leven is goed. Ik voel een klein beetje gelukschaamte. Een beetje maar.