Catania laat zich niet kisten
Ineens begint de grond te schudden. De lepeltjes klingen in de espressokopjes. In de verte klinkt gegrom als van een hongerige beer, de lucht lijkt in brand te staan. Zo stel ik me een vulkaanuitbarsting voor. Drie keer was ik op Sicilië en nooit zag ik de Etna vuurspuwen. Twee weken geleden had ik in Catania moeten zijn.
Catania, één van de grootste steden van Sicilië, ligt in een prachtig decor. Aan het water en aan de voet van de Etna. De achtergrond lijkt wel een muurschildering in een goedkoop Italiaans restaurant. Die Etna is een alom aanwezig gevaar. Europa’s grootste nog werkende vulkaan is de laatste tijd volop actief, getuige de spectaculaire foto’s en filmpjes op het internet. Ik ben gek op Catania.
De eisen van de Etna
‘Brede rechte straten liggen als zwarte lopers uitgerold naar de zee en de Etna, die eerdere Catania’s uitwiste en tabula rasa maakte voor de architecten zodat ze deze barokke, van levensdrift overstromende stad op konden trekken’, schrijft Rosita Steenbeek in haar Siciliaans testament. Geen nauwe straatjes vol romantiek, maar brede wegen die een eventuele lavastroom en instortende gebouwen de ruimte geven om schade aan de stad te beperken. Na een aantal desastreuze uitbarstingen is de stad herbouwd naar de eisen van de Etna.
Grijze gevels
Ik vind het wel verademend. Ruimte genoeg om niet steeds onder andere toeristen te worden bedolven.
Van de lavasteen is nuttig gebruikt gemaakt bij de herinrichting, al zijn de zwarte gebouwen wel een vreemde eend in de Italiaanse bijt. Geen mediterrane terracottatinten, maar grijze gevels die het decor een maffioos timbre geven. Een rauw randje aan een stad die verder heel mediterraan aandoet. De mensen zijn hartelijk en vurig, de lucht warm als een vulkaan. Catania verovert haar bezoekers met Siciliaanse barokke pracht. Protserige gebouwen van universitaire, adellijke, kerkelijke of publieke aard omlijsten de zwarte bestrating van de drie kilometer lange Via Etnea.
Bellini is er ook
Een kleurrijk treintje op banden kabbelt voorbij. Toeristen leunen naar buiten en maken foto’s. Ongetwijfeld rijden ze langs het theater, het park, het geboortehuis en het standbeeld van Bellini. Dat de componist hier geboren is, steekt de stad niet onder stoelen of banken. Hij ligt er ook begraven, je kunt zijn graf bezoeken in de dom. Of je bezoekt de vismarkt, met zijn visgeur en veel Italiaans geschreeuw. Of je laat de stad voor wat ze is en waagt een dansje op die nabijgelegen vulkaan.
Yep! Nou ja ik woon inmiddels in Giarre!
Catania is top, ik heb er mijn hart verloren…..
Prachtige stad ja! Woon jij er nu?