7 toffe dingen die ik deed in Napels
door Miriam · 21 juli 2016
Naar Italië met mijn bestie moet af en toe gewoon. Nu we allebei moeder zijn gaan we niet meer zo vaak, maar na een periode van hard werken wilden we even op adem komen en waar kan dat nou beter dan in ons lievelingsland? Bestemming: Napoli! We gingen niet voor de rust, Napels is geen rustige stad, maar voor de afleiding. In Napels hoef je je immers nooit te vervelen. Jamm' ja!
1. Overnachten in Vomero
Diego, een goede vriend, biedt ons een slaapplaats in de hooggelegen, chique wijk Vomero. De chaos zou hier minder groot zijn. De wegen zijn breder maar nog steeds overspoeld door toeterende auto's. Er is een voetgangersgebied met dure winkels, een groen park - Villa Floridiana - en een kasteel. Een kleine oase boven het drukke centrum. De metro en de funicolare (kabelbaan) brengen ons naar beneden. Op het Piazza Vanvitelli nemen we elke dag een heerlijk Italiaans ontbijt bij Caffetteria Vanvitelli. Het meisje achter de bar weet precies wat we willen: een cappuccino en een cornetto met wittechocoladepasta.
2. Lunchen met uitzicht op de Vesuvius
In Napels geldt dezelfde regel als in Genua: als je naar beneden loopt, kom je vanzelf bij de zee. Onze eerste wandeling gaat langs het water naar het Castel dell'Ovo. Een jongen met een vlotte babbel weet ons te verleiden tot een lunch bij Storie e Sapori, in het haventje bij het kasteel waar een keur aan restaurantjes zit. 'Maar wij hebben het mooiste uitzicht van allemaal,' zegt hij als een volleerd propper. Hij belooft ons een gratis prosecco en lekker eten. We trappen erin, maar krijgen er geen spijt van. De prosecco zijn ze vergeten, maar de zwaardvis is om te smullen. Tussen de plezierjachten door zien we de Vesuvius. Twee muzikanten op leeftijd zingen Napolitaanse liederen en wij zijn helemaal in Napels.
3. Op stap met een Napolitaan
Onze Diego is trots op zijn stad en kent haar goed. Vol passie vertelt hij anekdotes en verhalen. Zoals bij de Chiesa de ’e cape e morte, (officieel de Santa Maria delle Anime del Purgatorio ad Arco), een kerk die werd gebouwd om mensen zonder geld, huis en/of familieleden te begraven. De kerk is helaas dicht, maar buiten staan een paar doodskoppen. 'Mensen komen hier de schedels om advies vragen. Vooral over welke nummers ze bij de lotto moeten spelen.' Bijgeloof zit hier diepgeworteld. Diego neemt ons mee naar de Via S. Gregorio Armeno, waar alleen maar kerststallen en allerhande beeldjes worden verkocht. En wanneer ik even moet bijkomen met mijn zwangere buik haalt hij een sfogliatella (typisch gebakje met room) voor me. Hij kent uiteraard het beste tentje. Het voordeel van op stap zijn met een local.
4. Napels vanaf Sant'Elmo
'En dit is het langste voetgangersgebied van Europa. Oké, er rijden wel auto's en scooters, maar het is wel een voetgangersgebied,' vertelt Diego serieus. Hij heeft het over de oude Romeinse decumanus (oost-westas) die van het Piazza del Gesù Nuovo dwars de stad trekt en meerdere straten aaneenrijgt. Beter bekend als de Spaccanapoli. Vanaf het kasteel van Sant'Elmo op de Vomero-heuvel zie je duidelijk hoe die straat de stad in tweeën snijdt. Precies wat spaccanapoli betekent.
Het kasteel an sich is weinig spectaculair, maar het uitzicht liegt er niet om: een 360-gradenbeeld op de haven, de baaitjes, de opeengepakte huizen, de eilanden Capri, Procida en Ischia in de verte. De Vesuvius als strenge toezichthouder op de achtergrond. Hier zouden we de hele dag kunnen blijven, maar er is meer te doen. Via een kronkelende trap (de Pedimentina a San Martino) vinden we onze weg terug naar beneden.
5. Schedels tellen in Fontanelle
In een grote stad word ik altijd aangetrokken door de lugubere kant, door bijzondere begraafplaatsen of duistere kerkjes. Diego raadt ons de Cimitero delle Fontanelle aan: een enorme grot met ontelbaar veel menselijke resten. Van wie de botten zijn is niet duidelijk. In de zeventiende eeuw werden er zo'n 250.000 lijken begraven die bij de pestepidemie van 1654 zijn omgekomen. Napels had maar 400.000 inwoners! Nu komen mensen hier hun (bij)geloof uitoefenen. De muntjes in de oogkassen getuigen van al dan niet verhoorde gebeden, rode grafkaarsen branden voor geluk en voorspoed. Goed voor koude rillingen als het te warm is.
6. Een onmisbare pizza eten
Uit Napels weggaan zonder een Napolitaanse pizza te eten is als Parijs bezoeken en de Eiffeltoren niet zien. Pizza bestaat in allerlei vormen, maar de Napolitaanse is mijn favoriet. Een slappe bodem met luchtige rand. De saus en de mozzarella druipt ervanaf als je probeert om op z'n Italiaans met je handen een punt naar binnen te schuiven. De Associazione Verace Pizza Napoletana ziet erop toe dat de echte Napolitaanse pizza aan een aantal strenge eisen voldoet. Een goede pizzeria kun je dus makkelijk herkennen aan haar logo. Ik ben toevallig gek op pizza, dus Napels is de perfecte stad voor mij. Wij aten onze pizza bij 'A Pizzettata, in ons wijkje Vomero. Een simpel tentje met maar een paar tafels, we moeten een halfuurtje wachten, maar dat wachten wordt beloond.
7. IJsje eten bij Mennella
Er hangt een zoete geur van wafels, de ijshoorntjes worden ter plekke gerold. Schreeuwende kinderen rennen tussen de benen van de volwassenen door naar de vitrine. Met hun vette vingers op het glas kiezen ze hun smaak. Al buiten op de stoep blijkt hoe druk het binnen is. Het ijs moet hier wel lekker zijn. Ik wurm me naar de kassa en betaal twee ijsjes met twee smaken. Het bonnetje, dat je in Italië altijd moet meenemen, heeft hier een nummertje. Er zijn nog 5 wachtenden voor me. Het ijsje van ijssalon Mennella - opgericht in 1969 in Torre del Greco als banketbakkerij en uitgegroeid tot een zaak met meerdere vestigingen - is zo groot dat ik heel snel moet likken. Op het Piazza del Plebiscito geniet ik van mijn Italiëgevoel.