Arezzo, Perugia en Assisi: een goede combinatie
door Miriam · 16 mei 2021
Arezzo, Perugia en Assisi zijn drie prachtige stadjes in het geografische hart van Italië die makkelijk te combineren zijn in één (kort) reisje, ondanks dat ze in twee verschillende regio's liggen: Toscane en Umbrië. Ik ging van zaterdagochtend tot dinsdagavond en had een heerlijke tijd. En ondanks dat het hoogseizoen was, had ik dit stukje Italië bijna helemaal voor mezelf.
Het was juli 2020, er waarde een pandemie. Mijn vlucht was al twee keer geannuleerd, maar toen de grenzen weer opengingen en de besmettingscijfers laag genoeg waren, ging ik alsnog een paar dagen naar Italië. Ik had werk te doen voor mijn boek over Italië. Het was een vreemde gewaarwording om Italië zo leeg en rustig te zien.
Arezzo (Toscane)
Hoewel ik op Perugia vloog, ging ik eerst naar Arezzo, in Toscane. Met de trein. Ik houd van treinen in Italië. Ik reed langs het Lago Trasimeno en zag dorpjes op glooiende heuvels. In Arezzo ging ik op zoek naar het mooie leven, want in dit stadje is de beroemde film La vita è bella voor een deel opgenomen. 's Avonds keek ik op mijn hotelkamer de film en overdag liep ik door het decor. Ik herkende de kathedraal van de heiligen Pietro en Donato, de Logge Vasari, het Caffè Costanti. In de stad wordt met verbleekte bordjes aangegeven waar welke scènes zijn opgenomen.
Daarnaast is Arezzo ook de stad van Petrarca, Guido Monaco, en Piero della Francesca. En van Ivan Bruschi en de beroemdste antiekmarkt van Italië, die vanwege de pandemie was verplaatst van het Piazza Grande naar het hoger gelegen park Il Prato. Hoewel het stadje redelijk gespaard is gebleven tijdens de heftigste dagen van 2020, liepen de meeste mensen met een mondkapje, al dan niet over hun neus en mond. Er werd voorzichtig geflaneerd, er werd van het leven genoten. Ik at een zalige lunch bij Il covo dei briganti (aanrader!) en sliep bij Sette note Guest house. Met dit uitzicht:
Perugia (Umbrië)
Perugia kende ik al. Tien jaar eerder volgde ik daar een cursus voor docenten Italiaans aan de Università per Stranieri. Toen verbleef ik er twee weken op kosten van het ministerie. Nu was ik er slechts twee dagen. Maar ik ging wel weer naar de universiteit, voor mijn boek. Ik liep er vooral heel veel rondjes. Perugia is een magische stad: hoog op een heuvel, met een middeleeuws tintje en een monorail die je zonder chauffeur rondrijdt. Ik sliep bij B&B Pastello, aan het mooiste straatje van de stad. 's Avonds zat ik in de tuin te kletsen met de jonge eigenaars die een kindje verwachtten (inmiddels zal het geboren zijn).
Tips: haal een aperitief bij Punto di Vista voor een spectaculair uitzicht, en eet een keertje bij Al Tartufo, daar draait alles om truffel, een specialiteit uit Umbrië.
Assisi (Umbrië)
Op de dag van vertrek nam ik de trein naar Assisi. Ik liet mijn koffer achter bij de tabakszaak op het station en liet me met de bus naar oude centrum boven op de berg brengen. In Assisi was mijn dubbele gevoel het sterkst: nooit had ik gedacht zo'n toeristische trekpleister zo leeg te zien. Dat gaf mij ademruimte en rust, maar het baarde me ook zorgen. Italië leeft van het toerisme, wat zou die langdurige reizigersstop voor gevolgen hebben? Uiteraard ging ik meteen op de kerk van de heilige Franciscus af.
Toen ik beneden uit de bus terug stapte, kwam ik de taxichauffeur tegen die ik op de dag van aankomst, drie dagen eerder, op de luchthaven van Perugia had ontmoet, een vreemd toeval. Hij was zo vriendelijk om me weer bij het vliegtuig af te zetten. Ik kocht een doosje Baci Perugina voor mijn mannen thuis.
Vliegen met Transavia
Ik vloog vanaf Rotterdam rechtstreeks op Perugia. Een absolute luxe, want Rotterdam Airport ligt praktisch achter mijn huis. Ik had de allereerste vlucht die Transavia ooit uitvoerde op deze route en dat betekende dat we werden onthaald met een watersaluut van de brandweer. Zo maak je nog eens wat mee. Eenmaal op de luchthaven van Perugia aangekomen had ik natuurlijk meteen een probleem: de eerstvolgende bus naar het centrum zou pas over anderhalf uur gaan. Dan maar een taxi.
Ook de terugweg was bijzonder. Vanwege de coronacrisis waren veel vakanties geannuleerd of uitgesteld. Er was dus maar een vlucht vanaf de luchthaven van Perugia: de mijne naar Rotterdam. En in dat vliegtuig zaten naast mijzelf nog 10 andere passagiers en 6 bemanningsleden. Nooit eerder was ik met zo weinig mensen tussen Italië en Nederland gevlogen. Een surreële ervaring wel.
We gaan met 10 collega’s in oktober, dank voor je tips!
Mooi!