48 uur Italië: struinen door Florence
door Miriam · 14 augustus 2019
In de serie 48 uur Italië vandaag een stukje over Florence, een stad die ik zestien jaar geleden al eens zag toen ik Italiaanse Taal en Cultuur studeerde. Een stad die ik een beetje vreesde vanwege de hoeveelheid toeristen - hoewel ik er zelf natuurlijk ook een werd -, maar die me tevens ontzettend aantrok vanwege de vele kunstschatten. Twee dagen had ik de tijd om weer eens te genieten van de hoofdstad van Toscane. En dat beviel me meer dan goed!
Deze keer ging ik met de trein, vanuit Genua. Een reis die drie uur zou moeten duren, maar die uiteraard met vertraging begon. Gelukkig maak ik onderweg nieuwe vriendinnen: drie zussen uit Laigueglia - met kinderen van mijn leeftijd en kleinkinderen - die samen een paar dagen in Florence gaan doorbrengen. Ik kom ze de volgende dag bij toeval tegen in een winkel en we spreken af om dezelfde trein terug te nemen.
Mensenmaat
De Florentijnen klagen dat het koud is, maar ik vind de 18 graden aangenaam. Het zonnetje verspreidt een mooie gloed over de stad. Perfect weer om te struinen. Omdat het alweer een tijdje geleden is dat ik hier voor het laatst was, ging ik gewoon weer lekker langs de standaard bezienswaardigheden: de dom, de Uffizi, Palazzo Vecchio, Ponte Vecchio. Florence is een stad op mensenmaat, te voet kun je in twee dagen een heleboel hoogtepunten zien. Tenzij je ergens naar binnen wilt, dan zul je lange rijen moeten trotseren. Ik heb daar geen tijd voor en geen zin in, dus bekijk alles van buiten. Ik ga wel de Santa Croce in (de rij is kort, het kaartje kost 8 euro). Tijdens onze studietijd hadden Mara en ik, hoewel we meestal met heel andere (Italiaanse) dingen bezig waren, een voorliefde voor kloostergangen. Geen idee waar dat vandaan kwam. De Santa Croce heeft een heel mooie, ik blijf er een tijdje zitten om te genieten van de stilte.
In de ochtend maak ik een wandeling langs het water van de Arno, dat net als de rest van de stad middeleeuws bruin is. Het ochtendlicht op de Ponte Vecchio is prachtig. Ik haal mijn twee ontbijtje (cappuccino en cornetto) bij Caffetteria in Piazza Frescobaldi, aan de rustige slash minder toeristische kant van de rivier. Een fijne tentje, de jongens achter de bar zijn zo vriendelijk om mijn Dopper te vullen. Niet met kraanwater, zoals ik had gevraagd, maar met bronwater uit de fles.
Uitzicht op de stad
Wie mij al een tijdje kent, weet dat ik niet zo van rozen houdt. Iets met jongens en pubertijd. Lang verhaal. Toch ging ik in Florence even naar de Giardino delle Rose, de rozentuin. Hier heb je namelijk een fenomenaal uitzicht op de stad. Het was meteen een stevige wandeling omhoog. Daarna liep ik ook nog even door naar het veel drukkere en overbevolkte Piazzale Michelangelo, omdat je dat toch ook gezien moet hebben. Dan zie je ook meteen een kopie van de David. Er staat er ook een op het Piazza della Signoria, voor het Palazzo Vecchio, het origineel staat in de Galleria dell'Accademia. Davids genoeg dus in Florence.
Er is trouwens ook een hoop Dante Alighieri in de stad, hij werd er immers geboren. Er is onder andere een museum, een standbeeld voor de Sante Croce, een nepgraf in de Santa Croce en uiteraard vind je hier en daar een stukje streetart en een citaat uit de Goddelijk Komedie. Ik had de Dante City Walk van Ciao tutti op zak, die me enigszins wegwijs maakte in de Dante-sporen in de stad.
Eten en slapen
Ik heb natuurlijk ook gegeten en geslapen. Ik sliep in Hotel Medici, in hartje centrum. Mijn eenpersoonskamer was simpel en had een klein badkamertje. Er was geen dubbelglas, want om half 11 's avonds hoorde ik duidelijk de noten van een of andere idioot die nog steeds op zijn klarinet de toeristen probeerde te vermaken. Bella ciao, Tu vuoi fa' l'americano en het themalied van de Godfather passeerden de revue. Ik moest er verplicht naar luisteren. Geen sterrenhotel dus, maar vanwege de ideale ligging en het dakterras met bar en uitzicht op de dom moet je hier juist wel gaan slapen. Vooral vanwege dat dakterras, waar ik heerlijk met een Spritz Aperol een paar uurtjes heb gezeten. Ik had trouwens ook een heerlijke aperitivo op het Piazza Santo Stefano, bij Volume. Voor een goede lunch verwijs ik jullie graag door naar La Ménagère en ik haalde een ijsje bij Gelateria Vivaldi. Ook een aanrader!
Ik vind het helemaal niet erg om alleen te reizen, om in mijn eentje op een terras of in een restaurant te zitten. Ervaring leert dat je toch altijd wel aanspraak hebt, al is het maar met de ober. Op mijn laatste avond ging ik naar Trattoria San Lorenzo. Ik belandde in een leeg zaaltje, maar al gauw kwam er aan het tafeltje naast me ook een soloreiziger zitten. Een Amerikaan. We zaten zo overduidelijk allebei alleen aan een tafel dat we maar gewoon een gesprek aanknoopten. Het werd nog gezellig ook. Het restaurant kan ik van harte aanbevelen: mijn rundvlees was zalig. Als je in Toscane bent - en je bent niet vegetarisch - moet je zeker een bistecca alla fiorentina proeven. Ik kreeg tot twee keer toe een limoncello van het huis, en dat was een mooie afsluiter.
Met dank aan Saskia en Willemijn voor de tips.