Wie vlucht en wie blijft – Elena Ferrante
De Napolitaanse romans van Elena Ferrante vormen samen misschien wel het intrigerendste verhaal dat ik de afgelopen tijd heb gelezen. Een rauw verhaal over vallen en opstaan, vriendschap en rivaliteit, haat en liefde. Eerder schreef ik al over De geniale vriendin (deel 1) en De nieuwe achternaam (deel 2), deze zomer las ik Wie vlucht en wie blijft (deel 3).
Lila en Elena zijn inmiddels volwassen geworden. Lila, die op haar zestiende trouwde en een kind kreeg, heeft haar man, huis en luxeleven verlaten en werkt in een fabriek om rond te kunnen komen. Elena heeft de universiteit doorlopen en een succesvolle roman geschreven. Voor haar staan de deuren open naar een andere wereld, ver weg van de Napolitaanse wijk waar ze opgroeide. Beide vrouwen vechten tegen wat de wereld van hen verwacht: berusting in het moederschap, onwetendheid en onderwerping. Ze zoeken hun weg in de vrijheden en kansen die de jaren zeventig lijken te bieden. Hoe verschillend hun zoektochten ook zijn, hun levens blijven met elkaar verbonden door een sterke, onbreekbare band.
Oorspronkelijke titel: Storia die chi fugge e di chi resta
Uit het Italiaans vertaald door: Marieke van Laake
Sterke band
Die onbreekbare band houdt het verhaal bij elkaar. De twee meisjes kunnen niet met en niet zonder elkaar. Hoe met name Elena lijdt onder deze tegenstrijdige gevoelens jegens Lila intrigeert me. Ze blijft altijd met haar bezig, ze kan haar niet loslaten. Tijdens het lezen krijg ik het daar Spaans benauwd van, want daardoor kan Elena niet gelukkig zijn, en ik wil zo graag dat Elena gelukkig is. Het verhaal stelt me voor een keuze die ik in de eerdere delen voor mijn gevoel ook al moest maken: schaar ik me achter Lila of achter Lena? Voor wie ben ik? Wie van de twee zou ik willen zijn? Nu de twee in Wie vlucht en wie blijft ieder hun eigen weg zijn gegaan keert die vraag nog sterker terug: zou ik zijn gevlucht of zou ik zijn gebleven? Lena gaat voor een betere toekomst en laat haar miezerige bestaan achter zich, Lila vecht juist om van dat bestaan het beste te maken. Ergens zou je kunnen zeggen dat beide meisjes slagen in hun doel, maar of ze ook gelukkig zijn?
Met vier delen en talloze personages is het verhaal wat complex. Wie nog aan de reeks moet beginnen kan het beste de boeken achter elkaar lezen. Toch hoeft dat niet, Ferrante frist op speelse wijze je geheugen op door episodes op de juiste plek weer aan te halen. Het vervelendste aan de boeken zijn vooral de cliffhangers, de spanning. Wanneer ik het einde van een hoofdstuk nader, begin ik al sneller te lezen, want ik weet dat er een colpo di scena aankomt, een onverwachte wending die ik meestal niet zag aankomen. Vaak ben ik bang dat het noodlot weer toeslaat, soms word ik aangenaam verrast. Je blijft aan het boek gekluisterd.
Ferrante Fever
‘Ik ben de boeken van Ferrante aan het lezen, ik ben al bij het derde deel.’ Vorige maand moest ze er nog aan beginnen, nu is mijn schoonmoeder al bij het derde deel. ‘Die boeken pakken je helemaal in,’ verklaart ze. Mijn schoonmoeder is gegrepen door wat het Ferrante-virus wordt genoemd. Ook mijn vader stond te popelen van ongeduld tot ik deel 3 uit had en het hem zou lenen. Mijn schoonmoeder is Italiaans en stoomt meteen door naar deel 4. Ik wacht – ondanks dat ik Italiaans spreek – op de Nederlandse vertaling, die als het goed is in oktober uitkomt.
In de tussentijd raad ik iedereen aan de boeken te lezen. Het Ferrante-virus is besmettelijk, maar niet gevaarlijk. Je hoeft er niet voor naar de dokter, het kan geen kwaad. Je bent hoogstens wat uren kwijt met lezen, maar daar word je literair gezien juist blij van. Als je wilt, kun je hier meteen de boeken aanschaffen.