Eerste familie – Pietro Valsecchi | Boekentip
door Miriam · 20 maart 2018
Maffiaverhalen doen het altijd goed. Talloze boeken en films met de maffia in de hoofdrol zijn er verschenen. Bij de Wereldbibliotheek kwam in 2017 Eerste familie van Pietro Valsecchi uit, een maffiaverhaal over de Siciliaanse familie Palermo, die begin 1900 naar Amerika is verhuisd. Al snel wordt duidelijk dat hen daar geen gemakkelijk leven wacht, maar dat mag geen verrassing zijn. Hoewel het boek hier en daar wat diepgang mist, leest het wel lekker weg.
We zien vader Luigi, moeder Carmela en de vier kinderen Frank, Sal, Nina en Tony. We zien klassieke elementen als beschermgeld dat moet worden betaald en kerels die worden omgelegd omdat ze met de verkeerde mensen hebben gesproken. Er is rivaliteit, criminaliteit en veel geweld. Zoals gezegd, niet veel nieuws onder de zon. Toch zijn er wel dingen die het verhaal de moeite waard maken.
Eerste familie - Synopsis
Het gezin Palermo emigreert omstreeks 1900 van Sicilië naar New York, in de hoop op een betere toekomst. In de wijk Little Italy proberen vader Luigi en moeder Carmela een eerzaam bestaan op te bouwen, maar aan de greep van de maffia is nauwelijks te ontkomen. In een klimaat van armoede en afpersing groeien de kinderen van Luigi en Carmela op. Eerste familie is het verhaal van Carmela die het gezin bij elkaar wil houden, en haar kinderen die hun eigen weg gaan.
Centraal staat de strijd tussen de oudste zoon Frank, een eerlijke politieagent, en zijn jongere broer Sal, een ambitieuze crimineel. Wanneer Sal de plaats wil innemen van een maffiabaas, zet hij daarmee zijn leven op het spel. De enige die hem nog kan redden is Frank, maar het is de vraag of die dat wil. Komt familie altijd op de eerste plaats?
Frank en Sal
Familie is uiteraard de hoeksteen van de roman. Het gezin Palermo is hecht, maar gaandeweg komen er scheurtjes in de verhoudingen. Dat is vooral te danken aan opgewonden standje Sal (Salvatore) die, anders dan zijn broer Frank (Francesco), ambities heeft op het verkeerde pad. Hij bezorgt zijn vader, een integere hardwerkende Siciliaan, grote kopzorgen. Frank wil de advocatuur in, maar stuit op discriminatie en vriendjespolitiek. Uiteindelijk laat hij zich, door de loop van het verhaal, overhalen om bij de politie te gaan. En dat terwijl Sal het zich in zijn hoofd heeft gezet dat hij een grote maffiabaas wil worden. Dat gaat natuurlijk wringen. En welke familie gaat dan voor?
Ondertussen zien we ook de wederwaardigheden van de vrouwen. Carmela, die geen partij wil kiezen tussen haar zoons, Nina, het kleine zusje dat stiekem erg opkijkt tegen die 'slechte' broer en dankbaar gebruikmaakt van zijn diensten, Lucia, de vriendin van Frank, die op haar beurt worstelt met de wereld waarin de Italiaanse immigranten zijn terechtgekomen. Kortom, een bonte verzameling karakters en verhaallijnen.
Filmwereld
En dan heb je nog Tony. En hier wordt het boek wat mij betreft pas interessant. Tony zorgt voor een originele twist in het verhaal. De jongste telg van de familie heeft een levendige fantasie en houdt van verhalen schrijven en tekenen. Wanneer hij voor het eerst in een bioscoop beland, is hij verkocht. Hij wil de filmbusiness in. Wellicht zien we hier de aspiraties van een kleine Valsecchi, die zelf zo'n vijftien films heeft geproduceerd. Het verhaal wordt doorspekt met fragmenten van een oudere Tony die een film maakt over zijn familie. Bepaalde episodes die van groot belang zijn voor de verhaallijn zien we dus op een filmset van jaren later. Dat vind ik een leuk speels element, dat de boel een beetje opleukt.
Het boek is vertaald door Philip Supèr. Benieuwd geworden? Het boek is hier te koop: