Quebec City, goeie stad voor een citytrip
door Miriam · 15 maart 2018
Het is jammer dat Quebec niet om de hoek ligt. Het is namelijk de perfecte stad voor een citytrip: een goed stel stadsmuren waar je overheen kunt lopen, genoeg pleintjes, barretjes en musea, een promenade, een kasteel, een citadel. Niet te groot, niet te klein. Een oud en een nieuw deel. Wij waren er een dagje, en deden vooral de populairste hoogtepunten aan.
Het oude gedeelte is als Werelderfgoed aangemerkt en bestaat uit een hoog en een laag stuk stad. We komen in de stromende regen aan op het Place d'Armes en vrezen het ergste. Ik ben niet van suiker, maar wel tot op m'n onderbroek nat. Terwijl we een kopje koffie drinken, wordt het langzaamaan droog en kunnen we op pad.
La Citadelle
Eerste etappe: La Citadelle. Dit is een nog actieve militaire vesting en de officiële woonplaats van de gouverneur-generaal van Canada. Als je iets wilt zien van het complex zul je met een rondleiding mee moeten, je mag er niet onbegeleid rondlopen. Ik houd niet zo van rondleidingen, dan moet ik opletten en jaartallen onthouden en zo, maar gelukkig hebben we een leuke jonge gids. Ze vertelt interessante anekdotes en feitjes, zoals dat dit de basis is van het 22e regiment en dat die naam alleen in het Frans mag worden uitgesproken. Vingt-deuxième dus. Ik verdwaal een beetje in de geschiedenis van Franse en Engelse bezetters en Amerikaanse aanvallers, maar dat mag de pret niet drukken. Het is leuk en leerzaam.
De citadel ligt hoog, op Cap Diamont, en dan heb je uitzicht. Op de rivier, de promenade en het meest gefotografeerde hotel van de wereld. Waar ook wij een foto van maken. We zien de militairen oefenen voor de wisseling van de wacht die vanaf 24 juni tot de eerste maandag van september elke dag om 10 uur plaatsvindt. Wij zijn er begin juni en vissen dus naast het net.
Rue Saint-Louis
Na deze informatieve ochtend lopen we door de Porte Saint-Louis, een van de zes stadspoorten, terug de stad in, over de Rue Saint-Louis, een van de oudste straten van Quebec. Even waan ik me in een Frans boerendorp. Het is een toeristisch straatje, met restaurantjes en boetiekjes. We lunchen bij La Buche, waar ze de echte cuisine Quebecoise voorschotelen. Mijn omelet met asperges en aardappeltjes smaakt me goed, Andrea drinkt een lokaal biertje. De kindjes gedragen zich voorbeeldig en trekken veel bekijks. In het toilet mag je op de muren schrijven en was je je handen in een badkuip.
Chateau Frontenac
Na de lunch vervolgen we onze weg richting de rivier, richting dat ene prominente gebouw. Hoewel het chateau heet, en er ook zo uitziet, is Chateau Frontenac geen kasteel maar een hotel. Al sinds 1893. het is aangelegd door de Canadese spoorwegmaatschappij, om luxe te creëren voor de treinreizigers en zo het reizen per trein te bevorderen. Kate en William hebben hier geslapen, heb ik me laten vertellen door een Amerikaanse toerist tijdens de tour door de citadel. Het is zo aanwezig in de stad dat de rest van Quebec er bij in het niet valt. We gaan er verder niet naar binnen, maar maken nog een paar foto's van de buitenkant.
We slenteren een tijdje over de promenade, het Terrasse Dufferin. Matteo rent naar hartenlust rond, wij genieten van het uitzicht op de Saint Lawrence-rivier.
Vieux Quebec
Wanneer we nog tijd over hebben, lopen we naar het lage deel. Hier heb je pareltjes als het Place Royale met de Notre Dame des Victoires, en een gigantische muurschilderij van 420 vierkante meter op een raamloze muur. Het Fresque des Québécois is gerealiseerd door Cité Creation en werd in 1999 ingewijd. Op het schilderij staan belangrijke figuren uit verschillende periodes uit de Canadese geschiedenis.
Om vier uur brengt onze chauffeur ons terug naar onze camper, die op een camping buiten de stad staat. Quebec City was een welkome citytrip tijdens onze camperreis door Noordoost-Amerika. Wel een korte. Ik wil graag nog eens terug. Maar ja, Quebec City ligt niet nou niet bepaald om de hoek helaas.