In Monza hoef je niet te racen
door Miriam · 13 november 2015
Monza… Is dat niet zo’n buitenstadje van Milaan? Scheuren daar geen gierende formule 1-auto’s door de straten? Goed, het stadje doet zijn naam eer aan, Monza zou namelijk zijn afgeleid van het Latijnse modica, bescheiden. Maar geeft het wat meer credits. Ga eens niet naar dat opgeblazen, haastige Milaan, maar doe het rustig aan in Monza.
We zijn op bezoek bij onze vriend Bart, die met vrouw en kind in hartje centrum woont. Bart werkt in Milaan, maar moet er niet aan denken om daar te wonen. ‘Dan zou ik er wel drie keer zo lang over doen om op mijn werk te komen. Milaan is vanuit hier veel beter te bereiken en je zult zien dat hier genoeg te beleven is.’ Bovendien liggen de huurprijzen een stuk lager. Vanuit ons slaapkamerraam zie ik de klokkentoren van de dom. Ik zou wel willen weten wat je in Milaan voor dat uitzicht betaalt.
Monza is klein maar fijn
We stappen de deur uit in een aangenaam temperatuurtje, hoewel het half oktober is. Het is zaterdag, maar in de straten heerst rust en kalmte. We lopen langs de rivier de Lambro, die de stad van noord naar zuid doorkruist, naar het Piazza Roma. Voor ons doemt het Arengario op, een kolossale dertiende-eeuwse gebouw, dat vroeger dienstdeed als gemeentehuis. Onder de zuilengalerij werd de markt gehouden, in de grote zaal op de eerste verdieping vergaderden de marktkoopmannen en kwam de gemeenteraad bijeen. La Parlera, een stenen loggia die in 1330 werd aangebouwd aan de zuidkant, diende om het volk toe te spreken. Alsof we in de middeleeuwen zijn.
We krijgen zin in cappuccino, een goede cappuccino. Barts vrouw neemt ons mee naar haar favoriete koffiezaak: het historische koffiehuis van Caffè Vergnano. Binnen staat nog de oude, loeizware koffiemachine. Buiten brandt het herfstzonnetje op mijn gezicht.
Een ijzeren kroon
Ik loer alvast naar het einde van de straat. Daar staat de dom. We kennen allemaal die ene in Milaan, maar die van Monza doet er niet voor onder. De Beierse prinses Theodolinde koos Monza uit als zomerverblijfplaats. Zij liet die dom bouwen en aan Johannes de Doper wijden. De kerktoren is later aangebouwd en valt een beetje uit de toon.
Wie van relikwieën houdt, kan hierbinnen een blik werpen op de corona ferrea, de ijzeren kroon, een Byzantijnse diadeem waarmee de machtigste mannen van het Koninkrijk Italië werden gekroond. De metalen band aan de binnenkant van de kroon zou volgens de legende zijn gesmeed uit een van de spijkers waarmee Jezus was gekruisigd. Het voorwerp ligt dan ook niet in het bijbehorende museum, maar in de kerk zelf.
Pleinen met karakter
Dan is het lunchtijd. Bart vraagt waar we zin in hebben. Iets luchtigs? In de Via de Gradi 8 zit een hippe soep-met-brood-tent, Toast & Zuppe, met industriële inrichting en jonge uitstraling. Zin in soep? Dan moeten we wel hé-le-maal naar de andere kant van het centrum, lacht Bart. Monza is niet zo groot. Na tien minuten lopen zijn we er. Op de menukaart prijken allerhande tosti’s en gevulde soepen. We mogen zelf opschenken uit grote metalen potten en met croutons, spekjes en/of geraspte kaas de soep zo rijk maken als we zelf willen.
Wanneer het tijd is voor Italiaans ijs gaan we naar Bar Gelateria del Centro, op het Piazza Trento e Trieste. Het plein wordt bijna geheel in beslag genomen door een monument voor de gevallenen. Het huidige gemeentehuis kijkt er streng op toe. Elk plein hier heeft een ander karakter. Ik ben vooral gecharmeerd van het Piazza Carrobiolo. Hier zou ik wel de hele middag kunnen zitten op zo’n ronde bankje onder een stil boompje, kijkend naar de rustgevende gevel van het Santa Maria al Carrobiolo-klooster. Zo’n klooster waar bier wordt gebrouwen.
Wandelen in het park van Monza
In de namiddag neemt Bart ons mee naar het park. Overal om ons heen ruist de herfstachtige natuur, tussen de bomen schuilt een tempeltje. Dit is een van de grootste parken van Europa. De 688 hectaren waren een ideetje van Eugenio de Beauharnais, de stiefzoon van Napoleon, als aanvulling op de Villa Reale, die hier als een waar vorst over het park waakt. En naast de groene velden, de immense boompartijen en de idyllische meertjes vol vissen en vogels ligt hier hét racecircuit. Het contrast had niet groter kunnen zijn.
Na de wandeling hebben we dorst. Het begint inmiddels te schemeren, dus het wordt tijd voor een Italiaans aperitivo, tijd voor een Negroni. Bart grapt dat de monzesi zelfs ontbijten met een Negroni. We installeren ons in Caffè Carlo Alberto (Via Carlo Alberto 8) waar een flink buffet met (gratis!) hapjes zich overgeeft aan onze honger. Een prima manier om de dag af te sluiten.